Beweeg meer en gevarieerder met je jeugdspelers!
We bewegen minder en ook minder gevarieerd dan vroeger. Dit is waarschijnlijk geen verrassing voor je: we zitten namelijk veel op mobiele en tv-schermen. Vooral jongeren leren daardoor minder goed bewegen. Het goede nieuws is dat je met een kleine aanpassing van je trainingen daar iets aan kunt doen bij de voetbalclub. En nog beter nieuws: het effect daarvan is groot!
In het kader van de samenwerking met AZ Alkmaar gingen UVS trainers Dennis Schoonderwoerd, Khalid Mayaad en technische commissieleden Rick Sjaardema en Jaap van der Marel op 29 januari 2024 naar het AFAS trainingscomplex om daar meer over te leren.
Hoe bewegen we?
We bewegen op verschillende manieren. Het meest bekende voorbeeld is dat we van A naar B lopen of rennen. Maar als je dat hinkelend doet komt er een extra dimensie bij, namelijk balanceren. En wanneer je een voorwerp zoals een bal met je lichaam controleert, bijvoorbeeld een dribbel, dan is dat ook weer een andere vorm van bewegen.
In voetbal komen relatief veel vormen voor, maar een aantal daarvan doen kinderen te weinig, waardoor het risico op blessures op de loer ligt en je een kans mist om je goed te ontwikkelen op de lange termijn.
AZ Alkmaar onderscheidt 8 soorten van bewegen
Deze soorten zijn allemaal belangrijk voor de ontwikkeling van een speler en helpen je technisch en fysiek fit te zijn en te blijven. Het gaat om de volgende vormen:
- Oog-, hand-, voetcoördinatie;
- Springen en landen;
- Sprinten en rennen;
- Duelleren;
- Vallen, duiken en opstaan;
- Starten, remmen en draaien;
- Balanceren;
- Rollen.
Waarom hebben vooral jeugdspelers baat bij deze verschillende soorten beweging?
Het brein van een kind is veel flexibeler dan dat van een volwassene. Kinderen leren veel sneller en kennen bepaalde periodes in hun leven waarin de ontwikkeling extra hard gaat. Bijvoorbeeld tot ongeveer hun 12e / 13e wanneer ze aan hun groeispurt beginnen. Vanaf hun 15e gaat de ontwikkeling dan weer vrij stijl verder omhoog totdat ze volwassenheid bereiken.
Vooral in die eerste ontwikkelfase legt een kind de basis voor later. Hoe meer bewegingsprikkels het krijgt hoe beter!
Wat kunnen wij daar als UVS-trainers aan doen?
Zorg er voor dat je een moment in je training inplant waarbij je spelers oefeningen doen waarin één of een combinatie van de 8 soorten bewegingen voorkomen. De vorm kan heel simpel zijn, bijvoorbeeld een soort tikkertje, of een balanceerspel, of een soort trefbal of worstelen. Hoe simpeler de vorm, hoe makkelijker jij daar als trainer een variatie op los kan laten door bijvoorbeeld een obstakel toe te voegen. Als je spelers kunnen winnen, dan is dat helemaal mooi. Het is aan jou als trainer om de spelers daar in te motiveren. Hoe meer vormen je kunt doen, hoe beter.
Wanneer kun je deze bewegingsoefeningen doen?
Je kunt dit als warming-up doen, tussen twee oefeningen door of zelfs voordat je training officieel begint. Het kan al vanaf 6-jarigen. Slechts 5 minuten tijd hieraan besteden per training zorgt er al voor dat jouw spelers een enorme voorsprong kunnen gaan krijgen in bewegingsvaardigheden voor de lange termijn!
We ontvangen binnenkort de slides van AZ en zullen die met je delen in de whatsappgroepen, zodat je inspiratie kunt opdoen. Je mag ons natuurlijk ook altijd aanspreken op het veld!